Circulair ontwikkelen doe je samen!

Op donderdag 6 juni, de laatste dag van de Provada 2019, vond op de stand van Slokker de themabrunch ‘Circulair, maar hoe?’ plaats. Aan de hand van diverse prikkelende stellingen ging een gemêleerd gezelschap (vertegenwoordigers van gemeente, corporatie, ontwikkelaar, architect, netwerkorganisatie en diverse adviesbureaus) met elkaar in gesprek. Wat na afloop bleef hangen was het woord ‘samen’. Circulair ontwikkelen én bouwen doe je integraal en met elkaar.

Na een korte voorstelronde werd het debat geopend met de stelling van Bianca Ernst (Cistain): Zonder inzet van lokale partnerschappen en ondernemers geen transitie naar een circulaire economie.” Bianca licht kort toe dat zij zich verbaast over hoe snel er op lokaal niveau een sociaal ecosysteem kan ontstaan. De koppeling tussen lokale partijen en grote spelers ontbreekt echter nog waardoor er tot op heden nog geen grote impact gemaakt kan worden. Hanneke van der Heijden (Woonstad Rotterdam) stelt dat deze schaalbaarheid ook doelgroepafhankelijk is en voor een groot deel samenhangt met de betaalbaarheid. Hanneke stelt dat zij in de praktijk zowel initiatieven op lokaal als groter niveau tegenkomt en dat beide vormen prima zijn. Het is juist goed dat er een spel ontstaat tussen grotere en kleinere partijen en dat er diverse paden bewandeld worden. Jack van Haperen (Thinkle) stelt dat het zaak is dat alle initiatieven, zowel groot als klein, omarmd worden. En belangrijk is nu over te gaan tot actie in plaats van er louter over te blijven praten.

De tweede stelling wordt ingebracht door Evert-Jan Roelofsen (Wijkontwikkelingsmaatschappij Kerckebosch Zeist): “Natuurinclusieve woonwijken zijn exclusief lijstjes!” Evert-Jan licht toe dat er een grote mate van creativiteit benodigd is om de gewenste transitie verder in te kunnen zetten. Zowel opdrachtnemers als opdrachtgevers dienen hierbij het lef te hebben om af te wijken van standaard lijstjes en buiten kaders te denken. Arjan de Vries (Slokker Vastgoed) sluit zich hierbij aan. Arjan ziet dat het bij tenders vaak louter neerkomt op circulair materiaalgebruik. Dit terwijl het volgens Slokker Vastgoed juist zaak is om het circulaire vraagstuk integraal te beschouwen en op te pakken. Abram de Boer (MNNR) herkent dit beeld maar stelt ook dat kwaliteit, in de vorm van circulariteit, nu eenmaal lastig meetbaar is. Abram geeft aan dat het veel meer zou moeten gaan om ambities in plaats van het simpelweg afvinken van diverse onderdelen van een lijstje. In het publiek komt de discussie eveneens op gang. Eén van de toehoorders – Tynke van den Heuvel (Studio Wae) – stelt dat het als startup, juist door de lijstjes, procedures en regels, vaak lastig is om circulariteit van de grond te krijgen. Als men echt aan de slag wil gaan met circulariteit dan dienen volgens haar bepaalde regels losgelaten te worden. Hanneke stelt dat het veel meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van opdrachtnemer en opdrachtgever dient te zijn. Risico’s en verantwoordelijkheden dienen gezamenlijk in de keten gedragen te worden en niet bij één partij te liggen.

Circulaire gebouwen hoeven er niet tweedehands uit te zien, maar luxe en vooruitstrevend.” Luidt de stelling van Abram de Boer van MNNR. Arjan reageert hierop en stelt “maak circulariteit eerst maar eens normaal.” In de praktijk wordt circulariteit door de consument namelijk nog steeds vaak gezien als iets afwijkends en van mindere kwaliteit. Het is zaak dat dit beeld bijgesteld wordt. Jack denkt dat circulair beter moet zijn dan lineair alvorens dit geadopteerd wordt door de consument en het nieuwe ‘normaal’ wordt. Rick Kamphorst (FSC Nederland) geeft aan dat we meer zouden moeten kijken naar de reden van het circulaire vraagstuk, namelijk de enorme afvalberg en hoge mate van CO2-uitstoot. Het is derhalve een maatschappelijk vraagstuk. Op nieuwe manieren naar vastgoed en materialen kijken biedt vele uitkomsten.

Jim Teunizen (Alba Concepts) heeft de stelling “De transitie naar een circulaire economie slaagt enkel en alleen als er ook een financiële trigger aan vastzit.” ingebracht. Jim is van mening dat we de materiaalkant van het circulaire vraagstuk wel onder controle zullen krijgen. Een veel groter vraagstuk betreft het feit dat er sprake is van lineaire financieringsvormen voor circulaire producten. Bianca voert aan dat zij verwacht dat dit wel op gang gaat komen. Circulariteit is relatief nieuw maar de maatschappelijke meerwaarde wordt steeds meer zichtbaar. Zij ziet in de praktijk al steeds meer alternatieve financieringsvormen ontstaan. Jim verwacht dat de markt voor circulaire financieringsvormen binnen nu en twee jaar enorm zal veranderen. De stroomversnelling komt steeds meer op gang.

Uit het debat worden een aantal voorzichtige conclusies getrokken:

  • Circulariteit moet zowel bottum-up en lokaal als top-down en interlokaal geïnitieerd worden.
  • Lijstjes zullen niet helemaal te voorkomen zijn. Maar er moet, vooral in tenders, ook ruimte en waardering zijn voor out-of-the-box oplossingen.
  • Risico van circulaire maatregelen moet gedeeld worden tussen opdrachtgever, aannemer en overige partijen, het gaat om een gedeelde verantwoordelijkheid.
  • Circulaire gebouwen moeten per saldo ‘meer’ te bieden hebben, niet alleen in uitstraling en verlaging van CO2-uitstoot bijvoorbeeld, maar ook financieel.
  • Ook financieringen zullen mee moeten veranderen met de circulaire markt, van lineaire naar circulaire financieringen.

Wat blijft hangen is het woord ‘samen’. Circulair ontwikkelen en bouwen doe je immers integraal en met elkaar!